Jongens hebben de Cito-toets dit jaar ietsje beter gemaakt dan meisjes. Vooral de rekenopgaven deden zij beter. Meisjes waren daarentegen wel beter in taal. Gemiddeld haalden de leerlingen een score van 535,8. Hierbij hoort het advies van de gemengde theoretische leerweg (vroeger de mavo).
De gemiddelde score ligt dit keer 0,3 punt hoger dan vorig jaar. Sinds 2007 maken de kinderen de Cito-toets elk jaar een beetje beter. Dat wil niet zeggen dat de leerlingen nu gemiddeld slimmer zijn, stelt het Centraal Instituut Toetsontwikkeling (CITO) uit Arnhem dat het examen opstelde. ,,Ten eerste zijn de verschillen klein. Daarbij kun je de verschillende groepen niet met elkaar vergelijken”, liet een woordvoerster weten.
De Cito-toets is in de vier grote steden net als voorgaande jaren een beetje slechter gemaakt dan het landelijke gemiddelde. In Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht lag de gemiddelde score op 533,6 wat neerkomt op hetzelfde advies als het landelijke gemiddelde.
Drie kinderen rondden dit jaar de Cito-toets foutloos af. Achttien anderen maakten slechts een fout. Vroege leerlingen (vaak meisjes) deden over het algemeen de test beter dan de andere klasgenoten.
Ruim 154.000 kinderen uit de groepen 8 van 6300 basisscholen (85 procent) vulden begin februari de toets in. De test, die drie dagen duurde, bepaalt mede de studiekeuze voor het voortgezet onderwijs. Ook het advies van de leerkracht en de wens van de ouders en de leerling spelen een rol.
Enkele tientallen basisscholen in de regio’s Assen, Roermond, Wijchen en Elburg doen mee aan een proef waarbij zij pas eind maart de toets afnemen. Die proef moet uitwijzen of daardoor de overstap naar de middelbare school soepeler verloopt, omdat scholen meer tijd krijgen om hun leerlingen meer kennis van rekenen en taal bij te brengen.