Voor ruim 154.000 kinderen in het basisonderwijs wordt het een spannende week. Zij krijgen de uitslag van de Cito-toets. Die test bepaalt mede de keuze voor het voortgezet onderwijs. De juf of meester heeft daarin ook een belangrijke stem, net als de ouders en de leerling zelf.
Ruim 6300 scholen deden begin februari mee aan de toets, die drie dagen duurde. Dat is ongeveer 85 procent van alle basisscholen. De Cito-toets is niet verplicht, als de kinderen dan maar wel een ander soort examen afleggen.
Op aandringen van de PO-Raad, de koepelorganisatie in het primair onderwijs, doen dit jaar ruim vijftig scholen in de regio’s Assen, Roermond, Wijchen en Elburg als proef de toets pas halverwege maart. Die proef moet uitwijzen of daardoor de overstap naar de middelbare school soepeler verloopt, omdat scholen meer tijd krijgen om hun leerlingen meer kennis van rekenen en taal bij te brengen.